RH41 wegkopen: eerst verantwoorden, dán beslissen
De raad beslist binnenkort over het beëindigen van het varkensbedrijf aan Rooije Hoefsedijk 41 (RH41). Dat raakt omwonenden, de ondernemer én publiek geld. Wij zijn voor beëindiging, maar alleen als de onderbouwing klopt en de prijs marktconform is.
In 7 jaar 2× hetzelfde: samen € 5,3 mln
Waarom dit belangrijk is
Nu is de prijs feitelijk te hoog ingestoken (ongeveer € 1 mln) en dat brengt staatssteunrisico mee. Inwoners van Gemert-Bakel dreigen in 7 jaar 2× voor hetzelfde doel te betalen: € 2,5 mln in 2017 (Wolfsboscheweg 29) en nu opnieuw bij RH41 — samen € 5,3 mln.
Hoe de commissie-avond verliep
In de commissievergadering (10 september) stelden we de simpele vraag: kan de nieuwe stal nu überhaupt worden gebouwd? De wethouder stelde: “niet relevant.” Precies daar gaat het mis. In een MEIP-toets tellen vergunningzekerheid, staat van de stallen en doorlooptijd/risico juist zwaar mee in de waardering. Het wegwuiven daarvan laat zien dat de spelregels bij vrijwillig onderhandelen en het staatssteunrisico onvoldoende worden onderkend door de wethouder.
De VVD (Van Berlo) zei dat wij “zonder onderbouwing” spreken. Die is er wél: MEIP-regels, een vergelijkbare casus in Roosendaal (raadsonderzoek Necker) én de antwoorden op onze vragen — maar je moet ze in samenhang kunnen lezen. Hiervoor is dossierkennis nodig.
Wat nu inhoudelijk misgaat
Het college noemt de deal vrijwillig, maar laat de prijs bepalen met onteigeningssystematiek. In de vaststellingsovereenkomst staat zelfs “ter voorkoming van gedwongen overheidsingrijpen”, terwijl eerder is gezegd dat er niet wordt onteigend. Zo ontstaat schijn van onteigening en wordt circa € 1 mln aan staatssteun feitelijk gemaskeerd.
Wat níet (of onvoldoende) is meegewogen
- Vergunningzekerheid nieuwe stal (niet definitief rond).
- Staat van de bestaande stallen en renovatiekosten.
- Doorlooptijd/vertraging + risicokorting en financieringskosten.
- Verkoopbaarheid/alternatieven als plannen vertragen of wegvallen.
- Scenario’s (uitstel, geen vergunning, deelrealisatie) en hun waarde effect.
- De aankoop Wolfsboscheweg 29 (2017, € 2,5 mln) bij dezelfde ondernemer (anti-cumulatie).
MEIP toets uitgelegd en: waarom verplicht
MEIP betekent: de overheid moet inkopen alsof zij een gewone marktpartij is.
Dit zijn spelregels die de Europese Commissie eist bij vrijwillige transacties met publiek geld: marktconforme prijs, risico’s en onzekerheden in de taxatie, géén onteigeningsopslagen.
Zonder aantoonbare MEIP-toets is het dossier slecht onderbouwd en is het risico op onderzoek na een melding bij Europa groot (met kans op terugvordering met rente).
De parallel met Roosendaal (Poolse supermarkt)
Daar ging het net zo: vrijwillig onderhandelen, maar denken in onteigening. Na hertaxatie bleken uitgangspunten niet te kloppen en daalde de prijs met ca. 22% (1,1 mln.).
2017: Wolfsboscheweg 29 – verplichte anti-cumulatie
Dezelfde methodiek als bij RH41 zien we in 2017 bij Wolfsboscheweg 29 (zelfde ondernemer; € 2,5 mln):
- Onterechte componenten meegenomen (alsof onteigening dreigde).
- Geen hertaxatie na marktveranderingen.
- Boven de taxatiewaarden afgerekend.
Opgeteld met de deal RH41 ontstaat het risico op dubbel betalen voor hetzelfde doel (anti-cumulatie) en loopt het staatssteunrisico verder op. Onze inwoners betalen in 7 jaar dan voor hetzelfde: totaal € 5,3 mln.
Het college heeft veel uit te leggen
De optelsom van keuzes wekt de schijn dat het college bewust telkens naar de hoogste prijs toe redeneert.
- Geen benchmark maar shoppen uit taxaties met een verschillende grondslag: elementen kiezen die de prijs opdrijven i.p.v. één heldere MEIP-grondslag.
- VSO met “onteigeningstaal” in een vrijwillige deal → raad niet op de hoogte.
- Anti-cumulatie ontwijken door de deal uit 2017 weg te zetten als “ander bedrijf”, terwijl doel en uitkomst vergelijkbaar zijn.
- Vergunningen “niet relevant” verklaren, terwijl die in MEIP juist waardedrukkend zijn.
Is het gebrek aan kwaliteit of wordt er Willeke en wetens bewust gestuurd om een ondernemer miljoenen euro’s teveel te betalen.
Strategische lijn: geen haast, wél zorgvuldigheid
Er is geen noodzaak om nu te beslissen. De ondernemer kan morgen niet starten; er zijn nog vergunningen en voorbereidingen nodig. Zorgvuldigheid boven snelheid. Met onze analyse ligt het dossier zó helder dat raad, college en organisatie er niet omheen kunnen. Eerst onderbouwen en toetsen; dán besluiten.
Complex dossier
Omdat het dossier complex is, maakten wij een feitenrelaas met tijdlijn, vergunningpositie, taxaties & aannames, juridische grondslag, parallel Roosendaal. Zo kan elke fractie snel doorgronden waarom aanhouden nodig is.
Onze lijn voor de raad (amendement + motie)
Wij stellen in het amendement voor om het voorstel aan te houden en het college te verplichten om vóór herbehandeling het volgende te doen:
- Een volledige, aantoonbare MEIP-toets (verplicht bij een vrijwillige aankoop): vergunningzekerheid, staat van de stallen, doorlooptijd/risico’s en scenario’s zichtbaar in de prijs.
- Één juiste waarderingsgrondslag (géén onteigeningsopslagen).
- VSO herschrijven en de zin “ter voorkoming van gedwongen overheidsingrijpen” schrappen (geen schijn van onteigening).
- Anti-cumulatiecheck incl. 2017 (Wolfsboscheweg 29, € 2,5 mln) en herwaardering waar nodig.
- Heldere staatssteunroute (MEIP/de-minimis/vrijstelling) met risicobeheersing (escrow/clawback).
- Voorlichting/advies bij BZK vóórdat het voorstel opnieuw naar de raad gaat.
- Openbaarmaking van onderliggende stukken waar mogelijk.
Motie — Onafhankelijk raadsonderzoek à la Necker
In Roosendaal heeft de raad besloten om een raadsonderzoek in te tellen. Wij denken dat in Gemert-Bakel nog veel meer argumenten zijn om alles rondom de deal met RH41 inclusief de deal uit 2017 te onderzoeken. Wij willen een onafhankelijk raadsonderzoek naar proces, aannames en prijsopbouw van RH41 en de relatie met 2017, naar voorbeeld van Roosendaal/Necker. Eerst de bevindingen naar de raad, dán volgt definitieve besluitvorming.
Persoonlijke noot
In 2021 nam ik als raadslid het initiatief voor onderzoek naar de uitkoop van RH41, nadat in 2020 door wethouder van Extel was gezegd dat wegkopen te duur was (beeldvormende avond 1 december 2020 / € 1,4 mln).
Het CDA en de Dorpspartij accepteerde dat feit stilzwijgend. Ik was toen voor wegkopen en dat zijn wij — als fractie — nog steeds. Wegkopen van RH41 is het resultaat van het raadsonderzoek uit 2021. Als initiatiefnemer van dat onderzoek voel ik een extra verantwoordelijkheid dat het wegkopen van RH41 tot een goed einde komt.
Maar dan marktconform en rechtmatig. Eerst verantwoorden, dan beslissen
Tot slot
Wordt het besluit 25 september tóch ongewijzigd doorgezet — zonder MEIP-toets, VSO-correctie en anti-cumulatie — dan is het dossier slecht onderbouwd en is het risico op onderzoek bij een staatssteunmelding groot.
Om publieke middelen te beschermen doen wij dan zelf een melding bij de Europese Commissie, inclusief de aankoop uit 2017.
Vooralsnog gaan wij ervan uit dat wij de raad meekrijgen in ons voorstel om het besluit aan te houden.
Jan Vroomans
Politiek op Inhoud D66
Aanvullende informatie
Commissievergadering ruimte 10 september 2025
1e termijn
- Politiek op Inhoud D66
- Sociaal Gemert Bakel
- VVD
- Lokale Realisten
- CDA
- Dorpspartij
- Portefeuillehouder Wethouder van Zeeland
23 augustus 2025
3 september 2025
12 september 2025
- Vraag
- Antwoord

